2005  De zoone vaen Toone

In 2005 brachten we het stuk "De zoone vaen Toone" op de planken. Deze in Het Land van Maas en Waal gesitueerde musical laat op zeer herkenbare wijze het dagelijkse wel en wee van het gezin van Toon en Sien zien. Er valt veel te lachen maar hier en daar is er ook ruimte voor een traan. 

De volksmusical begint in het jaartal 1934: de crisisjaren. In het gezin van Toon is het de klaore aerremoei. Maar desondanks zingt Toon met zijn zonen: “Nie veul te ète, mar wel un emmer vis” en de bakker zingt dat hij levert “aon rijke stinkerds en aon de goot”. Overigens is Sien na zes zonen weer in verwachting. Een nakomertje. Maar wordt het een dochter zoals Sien wenst? 

En zal die stadse meid van zoon Thé ooit te weten komen wat een ‘keuje’ is? Na de crisisjaren belanden we in 1944. Het Land van Maas en Waal is al bevrijd. De plaats van de Duitsers is ingenomen door Canadezen. Maar wat hebben die bij het gezin van Toon en Sien te zoeken? Heeft het iets met de bruiloft van zoon Jan te maken? En zijn er naast Lilli Marleen nog andere vrallie beschikbaar? 


In ieder geval is er ruim baan voor de Mazurka, Duitse Polka en Veleta. In de vijftiger jaren maken we kennis met de wederopbouw en de toenemende welvaart. Een van de zoons heeft zelfs een auto op de kop getikt. “Allemaol weelde”, aldus Toon. Maar wat doet die koloniaal bij het gezin van Toon? En waarom schiet Toon vol als hij zingt “Ik heb un foto vaen jou aon de muur”? Het vierde bedrijf speelt zich af aan het eind van de jaren zestig van de vorige eeuw. De hippies en provo’s bevolken ook het Land van Maas en Waal. Toon rookt op zijn laatste levensdag een hasjpijp. En om met zijn woorden te spreken: “Da’s verdomd goed spul”. Tussendoor zingt hij samen met zijn kleindochter een duet vol weemoed over de ‘werruf’ en ‘d’n ove’. En voor zijn verliefde kleinzoon vergelijkt hij het huwelijk met “in de boks pissen: heel even lekker warm maar daarna heel lang erg koud”.