Even voorstellen

Mijn naam is Annemiek Breimer - van de Geijn, geboren en getogen in het land van Maos en Waol.

In het voorjaar 2018 zag ik in ‘ut keujesblaedje’ een oproep: ‘neie speulers veur de Bewaorsmiense gezocht’. Ik had nog nooit een veurstelling gezien…….

Ik kende de Bewaorsmiens van de stickers die ik zag; hier meude Maos en Waols praote.

De stoute schoenen aangetrokken, Ria van der Velden gebeld, waar ik een spoedcursus Maos en Waols van A tot Z van kreeg. ’Aanmeldformulier invullen en afwachten…..

Ja, bericht, ik mocht auditie komen doen.

 

Met lood in de schoenen naar de blokhut in Deest, waar het leek of iedereen elkaar kende…... Daar stond ik, ik kende vaag een man of 5.

Genoten van de auditieavond, waar we hartelijk welkom werden geheten door Theo Verhoeven, de ‘veurzitter’.

Toen naar huis en wachten…zou ik wel…niet….

Ja, bericht, ik kreeg een rolletje in ‘De Leste Snert’.

 

Op de eerste bijeenkomst kregen we het script te lezen. Ik genoot van de woordspelingen die Bas van der  Hoeven erin had verwerkt, ik zag het hele stuk al levendig voor me.

Ik kwam erachter dat ik Alie Kortenbout mocht ‘speule’, de vrouw van veldwachter Betram Kortenbout. Die rol zou Gerard van de Graaf voor zijn rekening nemen. Een vriend van ons pap, dus die kende ik wel.

Ik overzag de club…wat een grote groep mensen! Hoe zou ik ze ooit allemaal leren kennen?

Daar had Dayenne van de Geijn, de regisseur over nagedacht. We kregen opdrachten: noem elkaar bij de naam. Die had ik na een poosje onder de knie, gelukkig. O, nou weer iets anders; noem elkaar bij de naam van je rol…pfffff.

Wat hielp? De ontvangst met koffie en thee elke donderdagavond, verzorgd door Jo en Ria van der Velden.

Na de repetities nog even blijven hangen, hapjes bij een drankje; super geregeld!

 

Ik ging voor het toneelspelen, maar niet gedacht dat het zingen zo leuk zou zijn. Onder de bezielende leiding van John Tijssen oefenden we de liedjes, waarbij Nelleke van de Klok ons goede ademhaling tips gaf. Zingen, dansjes tegelijkertijd, ik zag dat het steeds beter ging. We waren al een eind op weg, de tekst van de scenes zat er bij de meeste spelers goed in. 

Toen werd er gevraagd of ik in het slotlied een coupletje solo zou willen zingen. …wie…ik? ; ‘straks lup dun hele zaol lèg….’

 

Maar vooruit, ik ging het proberen. Een fijne groep mensen, die je steunt, dacht ik toen al…

Dat werd nog sterker toen in de week van de generale repetitie ons pap plotseling overleed. Het viel niet mee om zo geconfronteerd te worden met de taol die hij zo belangrijk vond. Maar wat voelde ik me gesteund door de hele groep!

 

Dat maakte ook dat ik wel eens liet vallen, dat ik graag iets voor de Bewaorsmiense zou willen betekenen.

Na de fantastische ‘veurstellingen’ was er gelukkig een vervolg. We traden op, met het koor Hullie, tijdens ‘De Grote Werken’ van Peter Deurloo. En we bleven met ‘un groepke’ zingen in het Maos en Waols.

Toen kwam de vraag of ik een bijdrage wilde leveren als lid van de werkgroep Bewaorsmiense cultuur…graag!

Een fijne groep mensen, die achter de schermen een berg verzet naar de veurstellingen toe. Ik begrijp nu waarom het om het jaar wordt gehouden en niet jaarlijks.

 

Theo Verhoeven gaf aan dat hij het ‘veurzitterstokje’ graag over wilde dragen. En dat is gebeurd. Met mooie woorden bombardeerde hij mij tot nieuwe veurzitter van de werkgroep Bewaorsmiense cultuur. Een mooie opdracht, die ik graag vervul.

 

Zorgen dat de cultuur, het Maos en Waols dialect niet verloren gaat. Dat we de streekverhalen blijven vertellen. Dat we stukken produceren in het Maos en Waols over alles wat de mensen in dit mooie gebied bezig houdt, in het hart raakt.

Voorstellingen ter (h)erkenning aan de vroegere en huidige generaties en als kennismaking voor de volgende.

 

Een hele eer, ik ga mijn best doen.

Annemiek Breimer-van de Geijn